Het curriculum (curriculum: de inhoud van een opleiding, dat wil zeggen de vakken en de inhoud van die vakken) van de academie is gebaseerd op het landelijke competentieprofiel. Hierin wordt aangegeven over welke kennis en vaardigheden een gediplomeerde docent in de kunstvakken in ieder geval moet beschikken om succesvol te kunnen werken in het beroepsdomein. Competenties en het opleidingsprofiel worden gebruikt als basis voor het curriculum van alle kunstvakdocentenopleidingen. Het opleidingsprofiel wordt ook gebruikt als uitgangspunt in een landelijke peer review, gespreksrondes waarbij docentenopleidingen onderling bespreken hoe het opleidingsprofiel verwerkt is in de verschillende curricula.

Het diploma Docent beeldende kunst en vormgeving van de Breitner Academie geeft afgestudeerden de 1e-graads bevoegdheid. Hiermee kun je lesgeven in het primair onderwijs, het voorgezet onderwijs (alle typen en alle jaren: van vmbo t/m gymnasium), beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, kunst- en cultuurcentra en museumeducatie.

Het uitgangspunt van de academie is dat een professional in de kunsteducatie aan het einde van de opleiding in staat moet zijn om de competenties op het beoogde niveau uit te voeren. Gedurende de studie ontwikkel je als student de onderstaande competenties:

  • Kritische reflectie en ontwikkeling
  • Artistiek
  • Pedagogisch en didactisch
  • Interpersoonlijk
  • Omgevingsgericht

Het beroepsprofiel van een docent in de beeldende kunst en vormgeving bestaat uit het verzorgen van onderwijs in één of meer sectoren of fasen van het reguliere onderwijs of het verzorgen van lessen, cursussen en projecten in de buitenschoolse kunsteducatie.
De kerntaken zijn:

  • Leerlingen en cursisten begeleiden bij het maken van autonome of toegepaste beeldende kunst;
  • Leerlingen en cursisten leren om kritisch en beschouwend met kunst en cultuur om te gaan;
  • Het construeren van curricula en het ontwerpen van lesprogramma’s, modules, cursussen en lesmaterialen.
Delen