Gedurende de opleiding heb je een stage- of werkplek waar je het geleerde in de praktijk brengt. In jaar 1 semester 1 is dit in ieder geval in de onderbouw op een school voor voortgezet onderwijs (VO). Je loopt gemiddeld 5 uren per week mee (1 dag) bij een docent beeldend, in het werkplekleren zit een opbouw van observeren, assisteren naar zelf lesgeven. In het tweede semester kun je ervoor kiezen op dezelfde school te blijven, of een nieuwe stageplek te zoeken om ervaring op de te doen. Dit mag ook een plek zijn op een andere onderwijsinstelling (po, mbo, hbo) of een kunsteducatieve functie in het culturele veld.

De indeling van een relevante werkplek bestaat uit:  

  • gemiddeld 5 uur les per week: eigen beeldende praktijk- en theorielessen;

  • daarnaast besteed je 4 tot 5 uur aan de schriftelijke voorbereiding en het nawerk van de lessen, en

  • 1 tot 2 uur per week aan verslaglegging, reflectie en overige taken die tot het docentschap behoren.  

Tijdens het werkplekleren word je op de werkplek begeleid door de werkplekbegeleider en vanuit de academie door de stagecoach (individuele coaching en intervisie). 
 
Werkvorm: stage, individuele- en groepsgesprekken    
Toetsvorm: stageverslag 
Literatuur:  Handleiding werkplekleren verkorte deeltijd 

Delen