Kunst en esthetica

Wat is de norm?

Het eerste blok van de deeltijdopleiding beeldende kunst en vormgeving bevat de volgende vakken: vakdidactiek, onderwijskunde, kunstgeschiedenis, cultuurgeschiedenis en een werklab. Deze vakken behandelen vanuit hun eigen perspectief de vraag ‘Wat is de norm?’. Tijdens onderwijskunde worden de uiteenlopende ideeën over leren bestudeerd en onderzocht. Bij vakdidactiek wordt aandacht besteed aan verschillende handelingsperspectieven en maak je kennis met de ontwerpen van een goede kunstles. Tijdens de colleges kunst- en cultuurgeschiedenis wordt op een beschouwelijke manier over, door en van kunst geleerd waarin we op zoek gaan naar hoe het hoort en waarom die norm geldt of juist niet (meer).

EC: 6

Werkvorm: Hoorcolleges per vakgebied. Op vrijdagmiddag vindt het werklab plaats waarin studenten het programma mede vormgeven. Studenten openen elke week het werklab en er is ruimte om zelf onderwerpen en/of werkvormen aan te dragen. Je kiest individueel of samen met de klas hoe je wilt werken tijdens het werklab. Ga je bijvoorbeeld zelfstandig aan de slag, ga je iets testen met medestudenten, duik je de mediatheek in of vraag je docenten om feedback? Het werklab is een plaats die ruimte geeft aan experiment. Experimenten mogen ook mislukken. Dat maakt het een ideaal moment om nieuwe werkvormen uit te proberen op een testpubliek. Tijdens het werklab zijn er docenten van de verschillende vakgebieden aanwezig. 

Literatuur:

  • De Visser, A. de,.  (2018). Hardop kijken: met voetnoten. Boom.
  • Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2020, 3e druk). Handboek voor leraren (3e druk). Couthino.
  • Artikelen gedeeld op teams

 

Delen